De Nieuwe Vertaling van 1951 vormde de aanleiding tot de oprichting van de GBS. Sindsdien hebben vele nieuwe Nederlandse bijbelvertalingen het licht gezien. Toch is de GBS er nog steeds van overtuigd dat de Statenvertaling taalkundig en theologisch de meest zuivere vertolking is van Gods Woord in het Nederlands. Op deze website vindt u informatie over diverse recente vertalingen, onder andere de Nieuwe Bijbelvertaling (NBV(21)), de Herziene Statenvertaling (HSV) en de Bijbel in Gewone Taal (BGT). De HSV is geen volledig nieuwe vertaling, maar door de vergaande keuzes op sommige punten kan er niet meer van een Statenvertaling gesproken worden.
De GBS wil er nadrukkelijk toe oproepen om met elkaar vast te houden aan de Statenvertaling met haar verheven, majestueuze taal, uit eerbied voor het spreken des Heeren.
De GBS verspreidt Nederlandstalige Bijbels uitsluitend in de Statenvertaling. De opdracht van de Nationale Synode van Dordrecht aan de Statenvertalers om zo letterlijk mogelijk te vertalen was duidelijk een geloofskeuze. Men was vervuld van vreze voor de majesteit Gods in Zijn Woord. Daarom wilde men de geïnspireerde grondtekst van de Bijbel nauwgezet volgen bij de vertaling.
De Statenvertalers waren ervan doordrongen dat de vertaalarbeid alleen naar Gods wil verricht kon worden indien ze daarbij werden geleid door de Heilige Geest. Niet de wil van de zondige mens stond centraal, maar de wil van God. Zij mochten, evenals David en Paulus, zielsbevindelijk de bede kennen: ‘Heere, wat wilt Gij dat ik doen zal?’ Onder biddend opzien hebben zij hun arbeid mogen verrichten. Zo is onder Gods voorzienigheid de Bijbel in de Statenvertaling aan ons Nederlandse volk toevertrouwd. ‘Een werk dat voor altijd en eeuwig zal zijn’, zo sprak ds. J. Bogerman.
In de Openbaring van Johannes, hoofdstuk 22, de verzen 18 en 19, lezen wij de ernstige vermaning: ‘Want Ik betuig aan een iegelijk die de woorden der profetie dezes boeks hoort: Indien iemand tot deze dingen toedoet, God zal over hem toedoen de plagen die in dit boek geschreven zijn; en indien iemand afdoet van de woorden des boeks dezer profetie, God zal zijn deel afdoen uit het boek des levens, en uit de heilige stad, en uit hetgeen in dit boek geschreven is.’ De Statenvertalers hebben daarbij onder meer aangetekend: ‘Dit is de laatste verzegeling van de Goddelijkheid dezes boeks, gevoegd met een dreigement van Christus tegen dengene die tot dit boek iets zou toedoen of afdoen. Dit is niet alleen een verzegeling van dit boek, maar is een slot van de gehele Heilige Schrift.’