Thema-avond Rhenen: ‘De Statenvertaling en onze belijdenisgeschriften’
De verstaanbaarheid van Gods Woord mag niet ten koste gaan van de betrouwbaarheid van het Woord. Dat zei ds. D.C. Flapper zaterdagavond in Rhenen tijdens een thema-avond die belegd was door het GBS-comité over de: ‘Statenvertaling en onze belijdenisgeschriften’. De drie sprekers: ds. K. van Olst sprak over de Heidelbergse Catechismus en de Statenvertaling, ds. M.T. Al-Chalabi over de Dordtse Leerregels en de Statenvertaling en ds. D.C. Flapper over de Nederlandse Geloofsbelijdenis en de Statenvertaling.
De avond werd bezocht door zo’n 400 mensen. Ds. Van Olst sprak naar aanleiding Zondag 48, de tweede bede. Hij deed dit aan de hand van 2 Petrus 1:19: ‘En wij hebben het profetische Woord, dat zeer vast is, en gij doet wel dat gij daarop acht hebt, als op een licht schijnende in een duistere plaats, totdat de dag aanlichte en de Morgenster opga in uw harten.’ Ds. Al-Chalabi sprak over hoofdstuk 1, de artikelen 3-5 naar aanleiding van Romeinen 10:14-17: ‘Hoe zullen zij dan Hem aanroepen in Welken zij niet geloofd hebben? En hoe zullen zij in Hem geloven van Welken zij niet gehoord hebben? En hoe zullen zij horen zonder die hun predikt? En hoe zullen zij prediken, indien zij niet gezonden worden? Gelijk geschreven is: Hoe lieflijk zijn de voeten dergenen die vrede verkondigen, dergenen die het goede verkondigen! Doch zij zijn niet allen het Evangelie gehoorzaam geweest; want Jesaja zegt: Heere, wie heeft onze prediking geloofd? Zo is dan het geloof uit het gehoor, en het gehoor door het Woord Gods.’
Ds. Flapper sprak naar aanleiding van de Nederlandse Geloofsbelijdenis, artikel 5. Het gaat hier om het werk van Gods Geest Die uitgaat van de Vader en de Zoon en om het werk van een Drie-enig God in het zaligen van zondaren.
Foto: kerkgebouw Gereformeerde Gemeente Rhenen